Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [10]Om uit te roepen [11]het jaar van het welbehagen des HEEREN, en [12]den dag der wraak onzes Gods; om alle [13]treurigen te troosten; 10. Of, om te prediken. 11. Dat is, den tijd, of het jaar in hetwelk het den Heere behagen of believen zal zijne genade den bedroefden conscientien te openbaren en te bewijzen, te weten door de predikatie van het heilig Evangelie; zie hfdst.40 vs.8; 2 Kor.6:2; Titus 3:4. 12. Dat is, dien dag, dien God verordineerd of bestemd heeft, in welken Hij alle ongelovigen, onboetvaardigen en vijanden zijner kerk, mitsgaders den duivel, in de eeuwige verdoemenis werpen zal. Zie hfdst.34 vs.8, en hfdst.63 vs.4; Luk.18:7, en 2 Kor.10:6. 13. Te weten die treuren over hunne zonden, waarmede zij God vertoornd hebben; 2 Kor.7:10,11; Jak.4:9. Of degenen, die treurig zijn vanwege de ellenden der kerk, hfdst.66 vs.10. Want den dusdanigen belooft Christus vertroosting; Matth.5:4.